Aanloop

Migratie loopt als een rode draad door de menselijke geschiedenis. Nog maar honderd jaar geleden – amper enkele generaties – keerden vele tienduizenden ons land de rug toe, op zoek naar een betere toekomst. Velen trokken richting de Verenigde Staten of Canada, uitgestrekte en jonge landen die tot de verbeelding spraken. Zeker uit het Meetjesland, de landelijke Oost-Vlaamse regio tussen Gent en Brugge, vertrokken opvallend grote aantallen landverhuizers.

In Boer vindt land ontdekt u niet alleen waarom mannen, vrouwen en gezinnen hun geboortestreek de rug toekeerden en welke indruk de lange reis op hen maakte. Deze tentoonstelling toont ook welk leven de migranten in Noord-Amerika uitbouwden en welke dromen hun nakomelingen vandaag koesteren.

Blijven of vertrekken?





Vanaf 1873 brachten schepen van de Red Star Line landverhuizers van Antwerpen naar de Verenigde Staten. In 1912 begon de rederij ook met een rechtstreekse vaart op Canada
Vanaf 1873 brachten schepen van de Red Star Line landverhuizers van Antwerpen naar de Verenigde Staten. In 1912 begon de rederij ook met een rechtstreekse vaart op Canada.

Vanaf de late achttiende eeuw kwam het traditionele samenlevingsmodel in landelijk Vlaanderen onder druk. Om rond te komen combineerde het modale gezin intensieve landbouw op kleine percelen met thuisarbeid in de textielsector. Een groeiende bevolking en de onmogelijke concurrentie met gemechaniseerde productiecentra leidden tot toenemende armoede. Een reeks misoogsten luidde in de jaren 1840 een periode van hongersnood en diepe ellende in. Het herstel verliep traag. De Meetjeslandse bevolking zocht naar alternatieven voor de ingestorte linnennijverheid en vond die onder meer in armoede-industrieën als kantwerk en bezembinden. De regio kreeg ook zijn industrie, maar in haarsnijderijen en elders was het werk ongezond en de lonen waren laag. Toen vanaf de jaren 1870 goedkoop Amerikaans graan de Europese markt overspoelde, werd de toestand voor velen onhoudbaar. Zij pendelden naar de grote Gentse katoenfabrieken of trokken als seizoenarbeider richting Noord-Frankrijk of Wallonië. Ook een definitieve uitwijking werd in vele gezinnen een ernstige optie.