Nieuwe wereld

xxl_02reiskar

De moeizame economische omschakeling van het Meetjesland verleidde vele duizenden tot een radicale stap: ze weken uit naar Noord-Amerika. Na mislukte pogingen in de jaren 1840 om overzeese kolonies te stichten liet de Belgische overheid burgers die wilden vertrekken de vrije hand. Toch tekenden zich duidelijke patronen af. Migreren werd makkelijker wanneer men in de voetsporen trad van verwanten en kennissen die de weg wezen – het fenomeen van kettingmigratie. De uitwijking kwam goed op gang nadat in de jaren 1870 stoomschepen hun intrede deden, en duurde tot kort na de Eerste Wereldoorlog. Op dat moment trok de Belgische economie weer aan en voerde de Amerikaanse overheid drastische immigratiebeperkingen in.

Klaar voor het vertrek

Wie een verhuis naar Amerika overwoog, had aan informatie geen gebrek. Veelgelezen kranten, verhalen van teruggekeerde landverhuizers en fictie, advertenties en brieven van verwanten boden onophoudelijk stof tot dromen of minstens nadenken. Was de beslissing eenmaal gevallen en kende men niemand die vanuit Amerika een prepaid ticket wilde voorschieten en opsturen, kon men in eigen streek bij agenten van rederijen een ticket aankopen. Velen verkochten hun volledige bezit. Voor de allerarmsten was migreren alleszins een onbetaalbare onderneming, zelfs al drukte de concurrentie tussen de verschillende rederijen de prijs van de trans-Atlantische oversteek. Het merendeel van de Vlaamse migranten reisde eerst naar Antwerpen om er in een steamer van de Red Star Line in te schepen. Voor anderen bleek het, en dit ondanks kartelafspraken in 1892, soms toch voordeliger om vanuit Rotterdam, Le Havre of Liverpool te vertrekken. Menigeen mocht dan wel hopen ooit terug te keren, het afscheid was een pakkend gebeuren.

Onderagentschap van de Red Star Line in de winkel van Paul Mahieu in Klerken, ca. 1910. [Privécollectie Danny Beauprez] Rederijen lieten geen kans tot promotie onbenut. De Red Star Line bouwde in 1922 een bijzondere praalwagen voor een stoet der naties over de Rijnkaai. [Vrienden van de Red Star Line] Aalternaar Maurice Verbeke was een van de twee miljoen landverhuizers die de Red Star Line tussen 1873 en 1935 naar Amerika bracht. [Privécollectie Danny en Karen Onderbeke-Neirynck]

Op zee

De toenemende inzet van stoomschepen rond 1880 opende de weg voor de massale uitwijking van Europeanen naar Noord-Amerika. De reis per zeilschip duurde gemiddeld tussen zes en acht weken, terwijl de steamers er slechts twee weken over deden. Rederijen begonnen het trans-Atlantisch passagierstransport dan wel als alternatieve inkomstenbron na het stilvallen van de slavenhandel in de vroege negentiende eeuw, maar dat betekende allerminst dat migranten in mensonterende omstandigheden moesten reizen. Enerzijds waren er richtlijnen van overheidswege, anderzijds volgden scheepvaartmaatschappijen een commerciële logica waarin slechte publiciteit te mijden was. Verbleekte hun comfort uiteraard bij de overvloedige luxe in eerste klasse, dan beschikte ook de grote meerderheid aan derdeklas- of tussendekspassagiers over behoorlijke en almaar betere voorzieningen. Zo waren slaapzalen rond 1900 bijvoorbeeld veeleer uitzonderlijk. Hun typische dagmenu met onder meer vlees, vis, groenten, aardappelen en brood was eveneens in orde. Het beeld van ‘walgelijk gelogeerde ellendelingen’ dat Nevels schrijver Cyriel Buysse schetste, is sterk overtrokken.

Eetzaal voor derdeklaspassagiers op de Vaderland van de Red Star Line, ca. 1905. [Collectie MAS, Antwerpen]

Op Amerikaanse bodem

Vanaf 1892 moesten alle derdeklasmigranten die via New York naar Noord-Amerika reisden, veruit de grootste groep, de medische en administratieve controles op Ellis Island doorstaan. Maar ook andere havens hadden hun immigration halls als toegangspoort tot het continent. Onuitgesproken vooroordelen en gebrekkige taalkennis plaatsten de migrant er in een zwakke positie, al nam de Belgisch-Amerikaanse gemeenschap initiatieven om nieuwkomers bij te staan. In het slechtste geval werd men teruggestuurd, maar ook voor wie het land in mocht, was de reis nog niet ten einde. Een vaak dagenlange treinreis bracht de migrant naar zijn (voorlopige) eindbestemming, waar hij of zij niet zelden door oude bekenden werd opgevangen en op weg gezet in de nieuwe omgeving. Velen zetten later hun reis nog voort, op zoek naar de beste kansen en de hoogste lonen. Na de invoering van immigratiequota in 1921 trachtten velen langs illegale weg via Canada de Verenigde Staten binnen te geraken. Ook nieuwkomers uit Vlaanderen werden van dergelijke mensenhandel beschuldigd.

Aankomst van migranten op Ellis Island, 1907. [Washington DC, Library of Congress, Prints and Photographs Division, LC-B2-5202-12] De grote inspectiezaal op Ellis Island, waar tussen 1892 en 1954 zo’n twaalf miljoen immigranten medisch werden gekeurd. [Washington DC, Library of Congress, Prints and Photographs Division, LC-DIG-det-4a25609] Een trein nadert het station van Atkinson (Illinois), de bestemming van vele Meetjeslandse landverhuizers.[ADVN, VFSCC 58]